Onze samenleving evolueert aan een recordtempo in de richting van een digikosmos – een maatschappij waarin het leven grotendeels digitaal verloopt. In de digitale samenleving van de toekomst – in een aantal opzichten eerder nabij – werkt, feest, speelt en vrijt de mens online en eet digitaal geprint voedsel.
Met de recentste ontwikkelingen op vlak van Artificial Intelligence zijn we zo langzaam klaar om nog een stap verder te zetten. Niet alleen de interacties kunnen via digitale weg verlopen; we kunnen de mens zélf vervangen door een digitaal substituut. De arts, de leraar, de coach, de psycholoog, enzovoort – ze kunnen allemaal vervangen worden door een computer.
Is er een verschil tussen een echt en een digitaal gesprek? Is er een verschil tussen een gesprek met een mens en een gesprek met een geavanceerde computer? Ik heb vijftien jaar gedetailleerd onderzoek gedaan naar (echte) gesprekken tussen therapeuten en patiënten. Ik heb eruit geleerd hoe subtiel en subliem echte gesprekken zijn. Om maar één voorbeeld te geven: als de ene persoon stopt met spreken, dan neemt de andere vaak over op minder dan 0,2 seconden. En dat zelfs als de eerste persoon midden in een zin stopt met spreken. Om te vergelijken: in het verkeer is de reactietijd meestal één seconde (dus vijf keer langer).
In een reëel gesprek resoneren de lichamen van mensen voortdurend met elkaar. Bij degene die luistert, spannen de gelaats- en lichaamsspieren zich ongemerkt op dezelfde manier op als bij degene die spreekt en worden dezelfde hersengebieden geactiveerd. Als mensen met elkaar spreken, vormen ze op psychisch en subtiel-fysiek vlak een supra-organisme. Ze worden verbonden met een psychisch vlies dat de meest subtiele gemoedsbewegingen ongemerkt overdraagt van de ene persoon op de andere. Op die manier gebeurt er een soort spontane inleving in de gesprekspartner (tenzij de ego-structuur buitengewoon ontwikkeld is, zoals bij psychopathie).
Elk gesprek bevredigt zo de eerste en voornaamste oerbehoefte van de mens – psychische versmelting met de Ander. In een digitaal gesprek vindt die versmelting veel minder plaats, door minimale vertragingen in de transmissie van het signaal, beperkingen van de vrijheid van perspectief, slechts gedeeltelijk zien van de Ander, enzovoort. Het is precies daardoor dat langdurig digitaal communiceren een dof en uitgeput gevoel achterlaat. Ons lichaam put zich uit in het vruchteloos en voortdurend proberen connecteren met het lichaam van de Ander – in die mate dat sommigen gewag maken van een digital depression. Of het vervangen van de echte psycholoog door een AI-versie een effectieve therapie zal opleveren voor de digitale depressie, valt te betwijfelen.
Het stap voor stap vervangen van reële sociale situaties door kunstmatige tijdens de laatste eeuwen – door de industrialisatie en mechanisering van arbeid, door de introductie van radio, televisie, telefoon en internet – eiste ongemerkt en sluipenderwijs een tol. Het is verantwoordelijk voor het meest destructieve psychisch-sociale fenomeen van de Verlichting: het ‘atomiseert’ het menselijke wezen, disconnecteert het van zijn sociale en natuurlijke omgeving en dompelt het in eenzaamheid.
In het begin van de eenentwintigste eeuw bereikte de eenzaamheid piekhoogtes. Sommige studies van vlak voor de coronacrisis vermelden percentages van 40% van de wereldbevolking die zich eenzaam voelde. De US Surgeon General maakte gewag van een loneliness epidemic en Theresa May stelde in Groot-Brittannië een minister voor Eenzaamheid (Minister of Loneliness) aan. We hoeven geenszins naar statistieken te grijpen om de ernst van het probleem te voelen. Stap op een trein – er worden nauwelijks nog woorden uitgewisseld tussen mensen. De geesten zijn gekluisterd aan een klein schermpje – de digitale connectie heeft op grote schaal de menselijke band vervangen. Zelfs bij het groeten van een toevallige voorbijganger - ooit de vanzelfsprekende manier om de menselijke band zonder enige andere bedoeling te bevestigen- voel je het probleem direct aan: ‘Waar wil die idioot naartoe? Wie groet een ander nog in het digitale tijdperk?’
Vereenzaming en atomisering is niet zomaar een probleem – het is een probleem met enorme maatschappelijke consequenties. Vereenzaamde, geatomiseerde subjecten hebben de neiging om zich onder invloed van verhalen die in de media verspreid worden eensklaps aaneen te sluiten tot een nieuw soort groep: een massa. Dit soort groepsvorming maakt mensen radicaal onvermogend om kritisch na te denken over de verhalen die hen via de media aangereikt worden, het maakt hen bereid tot radicale opoffering van alles wat hen onder normale omstandigheden dierbaar is en het maakt hen radicaal intolerant voor elke stem die afwijkt van datgene waarin de massa gelooft.
De massa’s van weleer (denk aan de kruistochten, de heksenjachten, …) waren fysieke massa’s – de massa bestond uit een groep mensen die fysiek samenkwamen. De huidige massa’s, daarentegen, bestaan uit individuen die elk apart in digitale eenzaamheid via de massamedia geïnfuseerd worden met dezelfde voorstellingen en verhalen. Het is deze eenzame massa die samen met haar menners de ruggengraat vormt van het ultieme symptoom van de rationalistische samenleving: de totalitaire staat. De grote vraag die we als cultuur moeten beantwoorden is daarom deze: wat kan de eenzame massa omvormen tot een echte samen-leving?
Bedankt voor deze zeer heldere uiteenzetting! Wat kan de eenzame massa omvormen tot een echte samen-leving? 1. de wens van het individu om te veranderen - het vermoedelijke effect van de tijd waarnaar we vliegensvlug onderweg zijn. 2. zelfkennis - een compleet begrip ontwikkelen van zichzelf (dus niet gebaseerd op de huidige inzichten van de menselijke biologie) en zijn plaats in het Universum. 3. het vermogen van de mens om zichzelf lief te hebben - eenzaamheid hangt niet alleen samen met sociale contacten, maar ook met de wijze waarop men zichzelf toespreekt en wat men zichzelf voorhoudt. Pas als een mens maximaal verbonden is met zichzelf en in staat is zichzelf alles te geven wat hij nodig heeft, kan hij zich maximaal verbinden met een ander. Gelukkige mensen gunnen andere mensen de wereld, een voorwaarde voor een fijne samen-leving. Ter aanvulling: de atomisering van de samenleving wordt versneld door 5G. 5G maakt het mogelijk om AI real time te voeden, dat geldt ook andersom: AI beïnvloedt ons allemaal via 5G, zonder een seconde vertraging. Het korte antwoord op de vraag 'wat kan de eenzame massa omvormen tot een echte samen-leving?', is daarom: de komst van de totalitaire staat.
Goede probleemanalyse. Met elkaar open en oog-in-oog kunnen spreken is in der daad essentieel om mens te kunnen zijn. Maar er is naturlijk meer. De antwoord op de vraag ''wat kan de eenzame massa omvormen tot een echte samen-leving?" is mijns inziens aandacht voor selfontwikkeling (het zien en overkomen van de eigen tekortkomingen) en spiritualiteit (Het zien van de grotere samenhang van mens en kosmos).